Jeugdherinneringen aan Alphen aan den Rijn
In de jaren 1948 tot 1956 kwam ik vaak een weekend met mijn ouders logeren in Alphen aan den Rijn. Toen leefde mijn grootmoeder nog, die tot haar dood in 1949 boven woonde bij Tante Tine, een zuster van mijn vader, en haar man Jan Constandse, die als ambtenaar op het Raadhuis werkte.
Jan Constandse en Tine Kroon, Alphen, 1/10/1942.
BRON: privé archief Hans Kroon
Zij woonden eerst op de Toussainstraat 45 en verhuisden later naar de overkant van het Toussaintplein, in het hoekhuis rechts op de hoek van de Vondelstraat, wat je op bijgaande foto kan zien. Zij hadden vier kinderen één meisje en drie jongens : Géa, Arie, Jan Karel en Nico.
De school in de Da Costastraat heb ik zien bouwen en jaar na jaar verdwenen de vertrouwde sloten en polders. Arie, de broer van mijn vader, en zijn vrouw, Commerijntje Wouters (Tante Reina voor ons) woonden op de Vondelstraat 14 op de hoek van de Hofzichtstraat.(waarvan eveneens hierbij een foto). Zij hadden vijf kinderen, één jongen en vier meisjes : Arie, Ria, Tine, Trudy en Willy. (Arie is in 1990 in Koudekerk aan den Rijn overleden, al de ander neven en nichten leven nog).
Als we bij de Constandse logeerden, toen ze nog op de Toussaintstraat woonden, kon je toren van de Adventskerk boven uit het raam zien. ‘s Nachts ging de klok ieder uur en halfuur en daar werden we weer wakker van. Ik was de oudste van een tiental neven en nichten, en we gingen van de één naar de ander.
Onze “sporten” waren in de zomer slootje springen en lekker natte voeten halen, vliegeren en zwemmen in het zwembad aan het Aarkanaal. Ook gingen we roeien op de Nieuwkoopse Plassen. In de winter was het schaatsen op de Oude Rijn als hij bevroren was, er was een schaatsbaan aangelegd in de hoek van de Rijn bij de Oudhoornse Kerk. Met Oud en Nieuw kwamen we altijd bij elkaar, Jan Constandse en Arie Kroon bakten bergen van “oprechte Hollandsche olybollen”, die Petrus Plemper zeker niet versmaadt zou hbben. Als het nieuwe jaar zich met twaalf klokslagen aankondigde, gingen we “rotjes” en alle mogelijke vuurpeilen aansteken. Ook werden er “bommen” gemaakt met carbid in lege blikken bussen, wat een lawaai maakte dat. We hadden als speelgoed gasmaskers, platte Engelse helmen en koptelefonen en andere “rotzooi” van de pas afgelopen oorlog. We zongen “op de hoek van de straat ligt een NSB -er”, zonder eigenlijk te weten wat een NSB-er was, daar kwamen we pas jaren later achter.
Oom Arie, die als vertegnwoordiger voor de Houthandel Sprey werkte, had een tweede-hands DKW auto, zo’n oude met achter een bagageruimte waar net drie kinderen in konden zitten, hoe vaak zijn we op de oude Alphense brug in het midden vastgelopen. En dan moeten we er eerst allemaal uit. In de naoorlogse jaren was het moeilijk leven voor onze ouders, alles was nog op de bon, vlees, textiel en echte boter. Maar wij kinderen hadden een onbezorgd leven, we waren met weinig tevreden. Met een verschil van de jeugd van vandaag, het mooiste en het duurste is nog niet mooi en duur genoeg. Ook het gedrag was anders als vandaag, voor de maaltijden werd er een stukje uit de Bijbel gelezen door Oom Jan of Oom Arie en er werd gebeden voor het eten en bedankt er na.
Arie Kroon en Reina Wouters, 5/6/1941.
BRON: privé archief Hans Kroon
Toen mijn vader van mijn moeder afging in 1956 was het contact met de familie in Alphen zeldzamer, kinderen groeiden op en langzamer hand ging ieder zijn eigen weg. Heden zie ik niemand meer, ooms en tantes zijn al lang overleden. neven en nichten over het hele land verspreid. Maar mijn jeugherinneringen blijven aan en het lijkt wel of ze nu ik wat ouder ben geworden en zelf grootvader ben, ze steeds sterker en levendiger worden.
Parijs, 6 september 2003 Hans Arie Kroon
U kunt in contact komen met Hans Kroon door te mailen naar hanskroon@alphen.com