Geschiedenis van de Ridderbuurt in Oudshoorn
De oudste vermelding van de Ridderbuurt komt uit Petrus Plemper’s boek “Beschrijving van de Heerlijkheid en het Dorp Alphen aan den Rijn” gedrukt te Leiden door Hendrik van Damme, Boekverkoper in de Pieters Choorsteeg in 1714.
In het jaar 1295 werden veertig van de voornaamste “huyslieden” van Oudshoorn door de Graaf van Holland, Floris V, in de adelstand verheven en tot Ridders geslagen om hem te dienen in tijden van oorlog en vrede. In die tijd waren er vaak oorlogen met de Friezen en de Utrechtenaren. Merendeels waren die Ridders in Oudshoorn woonachtig.
Aan de linkeroever van de Oude Rijn lag het dorp Alphen, of liever gezegd de Heerlijkheid Alphen (ook wel Alfen geschreven). Plemper leert ons nog dat Oudshoorn “uit beschaamdheid om ’t lands vernielen syn veenplas agter de Ridderbuurt verbergt”.
Wat dan ook de oorsprong van de naam moge zijn, de Ridderbuurt is tegenwoordig de naam van een recht boerderijlint aan de zuidkant van de Vierambachtspolder, maar op een afstand van de ringdijk. Het is een overblijfsel van de Middeleeuwse ontginning hier ter plaatse, die naar het noorden was gericht.
De boerderijen liggen achter een wetering in de polder, slechts een enkeling ligt aan de andere kant die van af de zuidelijker Ringdijken ontgonnen was. Toen het land bijna volkomen verveend was lag de Ridderbuurt als een lang smal eiland in het water en sneed een soort cirkelsegment af van de polder.
Luchtfoto van de Ridderbuurt in Alphen aan den Rijn. De Ridderbuurt ligt ten noorden van de N207 (Zegerbaan). Tussen de Ridderbuurt en de Zegerbaan ligt een strook volkstuintjes.
De voornamelijk agrarische bebouwing van de Ridderbuurt ligt met name aan de noordkant, zoals ook op bovenstaande luchtfoto is te zien. Let ook op de langwerpige vormen van de kavels bouw- en grasland.
BRON foto Google Maps.
De grote Vierambachtspolder is drooggemalen met de medewerking van watermolenaars Cornelis en Abraham Kroon in 1736-1744 (behalve enkele stukken aan de randen die nog voor 12 en 30 jaar concessies voor vervening kregen) en na een dijkdoorbraak in 1767-’68 en na een herhaalde doorbraak in 1788.
De boerderijlocaties in de Ridderbuurt kunnen derhalve zeer oud zijn, maar het is niet waarschijlijk dat enig gebouw de droogleggingen van de polder en subsequente inklinking van de hogere randen en stroken lang heeft overleefd. De oudste nog bestaande boerderijen dateren in aanleg waarschijnlijk uit de 2de helft van de 18de eeuw. Dat zijn de "Maas Hoeve" op nr.55, "Brentano’s IJvervrucht op nr.57 en de "Cornelis Hoeve" op nr.83, maar de meeste hoeven dateren uit de 19de of 20ste eeuw, of werden gedurende die eeuwen vernieuwd.
Oudshoorn – Ridderbuurt 55 “Maas Hoeve”
Deze boerderij moet blijkens een jaartalsteen in het zomerhuis dateren uit het einde van de 18de eeuw en heeft omstreeks 1890 een nieuwe voorgevel hebben gekregen in de toenmalige gebruikelijke neo-Maniëristische stijl.
Gezien de zware enkelvoudige balklagen en het metselwerk van de zijgevels hoeft er niet aan getwijfeld te worden dat de boerderij dateert uit het einde van de 18de eeuw. Een baksteen van het metselwerk van het zomerhuis, naast de boerderij gelegen, draagt het ingekraste jaartal van 1778. Achter het zomer huis kan men nog de met een riet bedekte vierkante hooiberg opmerken.
Oudshoorn –Ridderbuurt 57 “Brentano’s IJvervrucht”
Ruime boerderij, wel als pachthoeve gesticht in 1796 en omstreeks 1895 van een nieuwe voorgevel voorzien in de toen gebruikelijke stijl met handhaving van een klein wolfseinde in het rieten dak. Boven het bord met de eigen naam is een steen ingemetseld met daar op het jaar van de bouw 1798.
In de 19de eeuw is de stal nog met twee vakken uitgebreid onder een omgevoerd schilddak. Later is er een klein zomerhuis met werkhuis aangebouwd; achter op het erf de hooiberg en een moderne stal (de oorspronkelijke stal wordt als kaaskamer gebruikt). Rechts een wagenstalling. In het begin van het stalgedeelte zijn hoog in de gevel, in de borstwering, net onder het rieten dak een paar kleine ramen aagebracht, misschien om een til (knechten- of meidenkamer) te verlichten en om wat verlichting te hebben bij werk op de vliering vloer. Door de successieve verbouwingen is het moeilijk om de exacte plaats van de traditionele inrichting van de deze boerderij te achterhalen. Wel is het duidelijk dat de karnplaats voor aan de stal lag, achter de kelder, en dat ze met een stang werd aangedreven van een karnmolen buiten de stal. Waarschijnlijk lagen de "nette kamer" en het woongedeelte direct achter de voorgevel, gevolgd door de keuken, kaaskamer en kaasmakerij, terwijl de schoorsteen in de linkervoorkamer tegen de zijmuur was geplaatst.
Oudshoorn – Ridderbuurt 83 “Cornelis Hoeve”
Misschien nog een andere 18de eeuwse, anders een vroeg 19de eeuwse boerderij, welker ouderdom wordt gemaskeerd door de bepleistering van de voorgevel; rechtergevel oud metselwerk; stalgedeelte met halfronde gietijzeren ramen en opgewit riet boven luik.
Links, wat na achteren een nogal gemaltraiteerd zomerhuis in de gebruikelijk vorm met pannendak tussen puntgevels; rechts een latere schuur. Het hoofdgebouw onder riet met wolfeinden; op de linkerhoek (het noordwesten zoals vaker in Oudshoorn, in elk geval niet naast de oprit) de kelder met lichten in de voor- en de zijgevel met luiken en diefijzers; in de voorgevel oude staafankers. Achter het watertje langs de dijk gelegen; roedeberg rechts achter.
De foto’s en beschrijvingen van de boerderijen zijn uit het boek van W. Kuypers “Het Monumentale Hart van Holland” uitgave van de Stichting “Arent van ’s Gravesande” – Leiden – 2002.
Correspondentie met Adriana Kool
Ik ontving tijdens de redactie van deze geschiedenis een leuke reactie van Adriana Kool uit Bodegraven. Ik wil deze hierna in het geheel weergeven.
Bodegraven, zaterdag 30 juni 2007.
Hallo Hans Arie
Wat leuk een krant over de Ridderbuurt ! Weet je dat die op oude kaarten steevast als Oudshoornse Buurtweg staat aangeduid? Waterschapskaarten uit het gebied werden enkele jaren geleden in Leiden op het kantoor van het Hoogheemraadschap RIjnland tentoongesteld.
De foto van Ridderbuurt 55 is me zeer opgevallen, die staat hier nog kaarsrecht zo te zien, is echter de laatste 30 – 40 jaar enorm verzakt en wordt inmiddels nieuw opgebouwd. De huidige eigenaren, voorzover mij bekend ook weer Den Hertog verwanten, dus verder weg hoogstwaarschijnlijk ook Rijnsburgersverwanten, laten het opnieuw opbouwen.
De stijl van bouwen van de voormuur op de foto doet mij denken aan de bouwstijl van rond 1909 (geen wolfseind meer). Maar het kan goed zijn dat dat te maken had met de vooruitstrevende eigenaren, die weer verwant waren met de bouwers van de nabijgelegen Spruijtenhoeve, die overigens ook een Rijnsburgerse afstamming inhoudt.
Op de oude kaarten van de Oudshoornse Buurtweg is goed te zien dat er eertijds een soort dorpscentrum was net over de brug , dus nabij het huisje van de bakker. Er was daar een soort rechthoekig deel grond dat blijkbaar in de Vierambachtspolder uitstak (noordrand) waar meerdere gebouwen staan ingetekend.
Het archief van het Hoogheemraadschap zou kunnen weten waar deze kaarten zich nu bevinden.
In mijn jeugd zat daar bakker Dekker die in zijn ovens de appeltjes droogde die onze tante elk najaar plukte van de fruitbomen her en der op het erf, en dan trouwhartig schilde. Ik heb nog bussen vol van deze goudbruine gedroogde appeltjes gevonden, nog steeds in goede conditie al heb ik ze niet meer gegeten. Wie kent nu nog het begrip gedroogde appeltjes?
De Cornelis Hoeve en Brentano’s IJvervrucht zijn heel oud, dat kan je zo wel zien. De Hertogshoeve ( Ridderbuurt 1 ) wordt voor het eerst genoemd in 1860. Op oude kaarten is dit lager gelegen gedeelte nog volstrekt onbebouwd.
Boerderij-herberg ‘Lands Welvaren, gelegen aan de Herenweg aan het begin van de Ridderbuurt.
Wat gemist wordt is ‘s Land Welvaren , de herberg-boerderij, waarvan de Historische Vereniging waarschijnlijk meer gegevens heeft. Strikt genomen hoort deze boerderij niet bij de Ridderbuurt, maar bij de Herenweg dan wel de Heuvelweg. Maar voor ons gevoel hoort de hele strook vanaf de Heimanswetering tot aan de Bronhoeve (de laatste boerderij van de Ridderbuurt) bij elkaar.
Ik meen overigens dat er vroeger nog een boer Kroon boerde aan de Heuvelweg, kan dat kloppen?
Ik was 13 jaar oud toen het grote bouwgeweld in Alphen aan de Rijn begon en ik weet dat voordien bj de Hertogshoeve ook gronden aan de Heuvel behoorden.
Nog even terug naar de Ridderbuurt: voorheen lag deze geheel vrij in de weilanden en was een gemeenschap op zich, met eigen timmerman en met eigen bakker, eigen veehandelaar en veel zogeheten gemengd bedrijf, hetgeen betekent dat er zowel veeteelt als akkerbouw plaatsvond, zodat de boeren vrijwel zelfvoorzienend waren, en het ook heel erg druk hadden.
De boeren uit de Ridderbuurt, die de Vierambachtspolder be”boer”den, naar noordelijke en zuidelijke richting (vanaf de Ridderbuurt) maar in feite ook be”heer”sten waren lange tijd belangrijk in Oudshoorn, dat verder eigenlijk alleen nog bestond uit een strook bebouwing langs de Oude Rijn, nabij de Oudshoornse Kerk. De Herenweg die de Vierambachtspolder doorsneed kende nauwelijks bebouwing in Noordelijke richting en in Zuidelijke richting, richting de Oude Rijn dus, stonden er slechts enkele huisjes – twee daggeldershuisjes van de Hertogshoeve, en een huisje van de familie Stigter – den Hertog.
En een enkele boerderij moet zich daar ook nog bevonden hebben, nl die van Marius den Hertog, wiens dochter Engelien trouwde met heer Stigter. Hun dochter Fiep leeft nog en weet nog veel van de buurtgeschiedenis van de afgelopen eeuw. Ze is nu in het ziekenhuis, maar ik hoop haar nog weer te spreken.
Zie verder ook de website van de Ridderbuurt die goed weergeeft hoe de gemeenschap leefde in “onze eeuw”. Van belang is te beseffen dat de gemeenschap uit mëër bestond dan de boeren. De veehandelaar, de bakker en de daggelders waren evenzeer van belang. Dat het leven vaak niet eenvoudig was moge ook duidelijk zijn.
Met vriendelijke groeten van Adriana Kool.
Nota 1: In nr. 38 van de International Kroon Times is een kaart van de gemeente Oudshoorn uit 1865 gereproduceerd en daarop zijn de Oudhoornse Buurt Weg in de oostelijke verlenging van de Heuvelweg en de Ridderbuurt wel als zodanig aangegeven.
Nota 2: Adriana schreef: “Ik meen overigens dat er vroeger nog een boer Kroon boerde aan de Heuvelweg, kan dat kloppen” ?
Ja dat klopt, mijn oud-oom Bon Zaal van het restaurant s’ Molenaarsbrug in Alphen aan den Rijn stuurde mij vier jaar geleden een krantenknipsel met een advertentie op dat er een oude Kroon op de Heuvelweg 2 overleden was. Hij was Jacob Willem Kroon (nr.XII-96 in het boek “Vier Eeuwen Familie Kroon”) geboren te Sassenheim op 15-11-1920. Hij was 81 en een half jaar oud toen hij op 19 juni 2002 te Oudshoorn overleed.
Alle watermolenaars werkzaam op de vier molens aan de Heuvelweg waren leden van de familie Kroon. Naast hun beroep van watermolenaar waren ze ook bouwman (landbouwer of boer) . Van hun kleine jaar-loon als watermolenaars alleen konden ze niet fatsoenlijk leven.
Ze moesten niet alleen de watermolens in goede staat van werking houden, ze laten repareren door een timmerman of een zeilmaker indien dat noodzakelijk was. Maar ook de boezems van de sloten schoon houden. Eens per jaar inspecteerden de bestuursleden van het Hoogheemraadschap Rijnland hun werk, de zogenaamde "schouw". Als het niet in orde was, kregen ze een boete die van hun jaarloon ingetrokken werd. Dick van Wingerden heeft in de nummers 10-13 van de International Kroon Times over de droogmaking van de Vierambachtspolder al uitbundig geschreven.
Adriana Kool, amateur genealoge, werkt op dit ogenblik aan de genealogie van de Utrechtse tak van de familie Spruyt.
Het huis Ridderbuurt nr.53 en zijn bewoners
Ridderbuurt 53 omstreeks 1906
Ik ben in deze geschiedenis wel even vlug voorbij gegaan aan de woning Ridderbuurt nr.53, in werkelijkheid geen boerderij, maar de broodbakkerij annexe kruidenierswinkel van mijn overgrootouders Arie Zaal en Gerrigje Zuidam. Arie Zaal was de oudste zoon van Bonaventura Adrianus Cornelis Zaal en Marrigje van Leeuwen.
Ridderbuurt 53 anno 2007
Arie Zaal vestigde zich in Oudshoorn in de tweede helft van de 19de eeuw in Oudshoorn op de Oudhoornsche Buurtweg (nu de Ridderbuurt) in een woning op nr.53, gelegen naast de boerderij “Margaretha Hoeve” op nummer 51.
Links Margaretha Hoeve, rechts Ridderbuurt nr 53.
Arie Zaal trouwde (trouwjaar onbekend) met Gerrigje Zuidam. ( plaats en datum van de geboorte van Gerrigje Zuidam onbekend). Het echtpaar werd gezegend met de geboorte van vijf kinderen, te weten: Bonaventura Adrianus Cornelis, geboren in 1878 (datum onbekend), Geertruida, (mijn grootmoeder), geboren op 15 september 1879, Nicolaas, geboren op 10 februari 1883 , Maarten, geboren op 24 november 1884 en Fries, geboren op 5 oktober 1890. Alle kinderen zijn in Oudshoorn geboren.
Arie Zaal en Gerrigje Zuidam
Bonaventura Adrianus Cornelis Zaal trouwde met Jannigje Treels (plaats en datum van geboorte onbekend). Bonaventura begon net als zijn vader een broodbakkerij annex kruidenierswinkel in Nieuwkoop tegenover het Horeca bedrijf van Tijsterman. De broodbakkerij is door brand verwoest en nooit weer opgebouwd. Bonaventura Zaal en Jannigje Treels werden gezegend met twee kinderen: Anna (geboortedatum onbekend) en Gerritje (geboren in 1903). Bonaventura overleed te Nieuwkoop op 16 jan. 1945.
Arie Kroon en Geertruida Zaal in 1903
Geertruida Zaal trouwde op 14 mei 1903 met Arie Kroon, mijn grootvader, geboren te Woubrugge op 1 november 1877. Arie Kroon was van beroep metselaar. Mijn grootouders kregen vier kinderen: Pieter Willem, geboren op 23 april 1904, overleden op 15 januari 1905; Pieter Willem, geboren op 12 mei 1906; Arie, geboren op 9 maart 1908 en Trijntje Hendrika, kortweg Tine genoemd, geboren op 1 juni 1910. Alle vier kinderen zijn in Aarlanderveen geboren.
Na het overlijden van haar man op 10 april 1911, ze was dus een weduwe met drie jonge kinderen van vijf, drie en één jaar, vertrok ze naar Alphen waar ze met de hulp van haar ouders een kruidenierswinkel begon op de Gouwsluisseweg nr. 15. Bij iedereen in de buurt Gouwsluis was mijn grootmoeder bekend als “Tante Geertje”. Die kruidenierswinkel heeft ze aangehouden tot aan de uitbraak van de tweede wereldoorlog op 10 mei 1940. Daarna ging ze eerst inwonen bij mijn vader op de Steenen Camer nr.19 in de Bilt en later bij haar dochter Tine op het Toussaintplein nr.45 in Alphen aan den Rijn. Mijn grootmoeder is op 28 oktober 1949 overleden.
Nicolaas Zaal trouwde met Anna Geertruida Ruitenberg. Nicolaas was van beroep banketbakker en hij had zijn winkel in de Frans Halsstraat nr.54 te Haarlem. Deshalve kwam hij vaak op bezoek bij mijn ouders, die na de oorlog in de Engelszstraat 38 in Haarlem woonden. Ik kreeg altijd sigarenbandjes van hem, die ik keurig in een klein boekje plakte. Na zijn pensionering woonde hij in Soestdijk waar hij op 25 april 1967 overleed. Hun huwelijk bleef zonder kinderen en er zijn dus geen nakomelingen.
Maarten Zaal trouwde met Wilhelmina van Leeuwen, geboren op 21 augustus 1885 te Nieuwveen. Maarten begon een een broodbakkerij op de Gouwsluisseweg nr.23 te Alphen aan den Rijn.
Alphen aan den Rijn – de Gouwsluisseweg
Het echtpaar kreeg vijf kinderen: Arie Leendert, Jan Gerrit, Bonaventura Adrianus Cornelis, (oom Bon van het restaurant ‘s Molenaarsbrug), Wilhemina Martina en Geertruida. Zijn vrouw en dochter Geertruida kwamen om het leven door het mislukte bombardement van de Royal Air Force op de hefbrug over de Gouwe op 23 maart 1945. Maarten Zaal overleed op 5 februari 1964 te Alphen aan den Rijn.
Fries Zaal trouwde met Marrigje Broere, geboren op 20 januari 1892 te Nieuwkoop. Fries Zaal beoefende eerst het beroep van broodbakker in het ouderlijk huis, Ridderbuurt 53, later leerde Fries het beroep van kelner, wat hij uitoefende in het Nutsgebouw te Alphen aan den Rijn.
Fries en Marrigje kregen drie kinderen: Gerritje Hendrika, Willem Arie en Bonaventura Adrianus Cornelis. Fries Zaal overleed te Alphen aan den Rijn op 8 september 1974.
Na het vertrek van Fries Zaal naar Alphen aan den Rijn nam Teunis Dekker de broodbakkerij in Oudshoorn van hem over. Teunis Dekker kwam uit Den Helder en was getrouwd met Gerritje Zaal, één van dochters van Bonaventura Zaal, broodbakker in Nieuwkoop en zijn vrouw Jannigje Treels. Het echtpaar Dekker-Zaal werd gezegend met de geboorte van tien kinderen: Jenny, Jans, Jan, Bon, Annie, Teun, Arie, Truus, Koos, en Ton.
Na het overlijden van Teunis Dekker bleef zijn weduwe Gerritje Dekker-Zaal in Ridderbuurt 53 wonen. Na haar dood op 8 mei 1972 betrok Teus Alblas de woning, hij was getrouwd met Jans Dekker, één van de dochters van Teunis Dekker en Gerritje Zaal. Gerritje Dekker-Zaal was een volle nicht van mijn grootmoeder.
Met mijn speciale dank aan Adriana Kool en Alex van Toor voor hun nuttige informaties en vriendelijke medewerking voor het tot stand komen van deze geschiedenis.
Bronnen:
- Genealogie van de familie Zaal door Wim Zaal (Heerlen – 1979)
- Illustraties : Fotoarchief van Hans Arie Kroon.
- "Vier eeuwen familie Kroon" door Dick van Wingerden (Rotterdam – 2000)
- Website: www.deridderbuurt.nl
Geschreven en geïllustreerd door Hans Arie Kroon te Parijs, 22 juli 2007.
Mijn andere historische stukjes over dorpen en steden in het Rijnland zijn te lezen op de website www.alphen.com onder de rubriek ‘Geschiedenis’
Uw reacties en opmerkingen worden verwacht op: hanskroon@alphen.com
© Hans Arie Kroon – 2007