Verleden en heden van Zoetermeer

Geschiedenis

Zoetermeer is ongeveer tussen het jaar 900 en 1000 begonnen als een klein veenontginningsplaatsje in de buurt van het in de 17e eeuw drooggemalen Soetermeer. De gemeente houdt zelf als beginjaar 1007 aan, zodat in 2007 het 1000-jarig bestaan gevierd werd. De stad Zoetermeer is ontstaan door de samenvoeging in 1935 van twee onafhankelijke dorpen Soetermeer en Zegwaart.

clip_image002

Kaart van het Hoogheemraadschap Rijnland uit 1616

 

clip_image002[5]

Schoolprent van natvenen in de Rijnlandse polders

 

clip_image002[7]

Gezicht op de Zegwaartse Dorpsstraat uit 1761

clip_image002

Gezicht op Zoetermeer en Zegwaart – Vignette door A.C. Brouwer uit 1799

clip_image002[9]

Gezicht op de Zoetermeerse Dorpsstraat uit 1761

clip_image002[11]

Verkavelingen van de polders in Zoetermeer en Zegwaart aangegeven op een stafkaart uit 1950

clip_image002[13]

Zijaanzicht van de Oude Kerk van Zoetermeer

clip_image002[15]

Het spoorwegstation van Zoetermeer – Zegwaard

In de Middeleeuwen werd een rechthoekig stuk grond ontgonnen om voor akkerbouw te gebruiken. Dat stuk grond is waarschijnlijk het Lange Land geweest. Het lag tussen de Broekweg en de Leidsewallenwetering in de tegenwoordige wijk De Leyens, en werd uitgebreid in de richting van het huidige Stadshart. Daarna werd uitgebreid naar het westen, het huidige Buytenwegh. Het veengebied werd ontgonnen door sloten te graven om het water af te voeren. Het is mogelijk dat de Broekweg de oudste straat van Zoetermeer is. De Eersteweg en de Tweedeweg waren zijwegen, die door de kavels liepen. Bij de Eersteweg stond een kerk aan het kruispunt waaraan het restaurant de Sniep nu staat. De Zwaardsloot liep daarvandaan naar het Soetermeer. De Tweedeweg lag verder naar het noorden.

Het Lange Land zou later weer onder water lopen, omdat er op grote schaal veen werd afgegraven. Uit veiligheidsoverwegingen, door afslag werd het Soetermeer groter en bedreigde de bebouwing, werd in de 13e eeuw is de dorpskern verplaatst naar de huidige locatie van de Dorpsstraat. Het veen werd afgestoken en zelfs onder water uitgebaggerd.

De turf werd in andere steden als brandstof verkocht. Nadat het meer in 1616 was drooggelegd werden ook andere polders drooggemalen. De polder waar de huidige wijken Buytenwegh en De Leyens zich bevinden, werd pas in 1770 opnieuw drooggelegd. Door het afsteken van veen en door het inklinken van de drooggelegde grond kwamen grote delen van Zoetermeer onder de zeespiegel te liggen. Straten zoals de Dorpsstraat liggen hoger omdat het veen daar niet is afgestoken. De Buurtvaart die langs de Dorpsstraat loopt is gegraven om het veen nat te houden, om te voorkomen dat de huizen verzakken.

Aan de oude veenontginningsnederzetting bij het Zoetermeer herinnert hoofdzakelijk nog de Leidsewallenwetering, welke door de wijken Dorp en Seghwaert loopt. De vaart was gegraven om het water uit de Zoetermeerse polders weg te laten stromen naar de Weipoortse Vliet. Door de Delftsewallenwetering stroomde het water naar het zuiden. De twee vaarten vormden samen een vaarroute die gebruikt werd door beurtschippers voor het vervoeren van vracht. Bij de Oude Kerk is nu een kruispunt van wegen.

Vroeger was daar een brug over de vaarroute van Leiden naar Delft. Dat water was tevens de scheiding van het gebied van Zegwaard en Soetermeer. De dorpskern was vroeger gesplitst in twee plaatsjes waarvan Soetermeer een stuk welvarender was dan Zegwaard. Aan de westkant van de brug lag Soetermeer en aan de oostkant Zegwaard. De dorpen hadden elk hun eigen raadhuis in dezelfde straat. De weg van Den Haag naar Gouda liep door de Dorpsstraat, waar herbergen stonden voor de reizende handelaren.

Soetermeer kreeg in 1868, als toen nog een van de weinige gemeenten, een aansluiting op het spoorwegnet en sindsdien begonnen Soetermeer en Zegwaard al lichtelijk te groeien.

De Molenweg werd Stationsstraat genoemd toen het station ‘Soetermeer-Zegwaard’ in gebruik werd genomen. In Soetermeer vestigden zich veel boterproducenten. Behalve boter werden ook andere zuivelproducten en margarine geproduceerd.

 

De “Slag bij Zoetermeer”

In de landelijke geschiedenis heeft Zoetermeer eenmaal een belangrijke rol gespeeld, tijdens de Tachtigjarige Oorlog. Op 17 september 1574 vond de zogenaamde “Slag bij Zoetermeer” plaats, maar er is echter nooit echt om Zoetermeer gevochten. De Spaanse troepen onder leiding van De Valdés waren niet in staat om de Voorweg te verdedigen. Het gebied werd onder water gezet en op advies van onder andere de Zoetermeerse scheepstimmerman Wolfert Adraenszoon koos het Geuzenleger onder leiding van Boisot en De La Garde een route richting Leiden. Een aantal weken later, op 3 oktober, kon Leiden ontzet worden. Over de Tachtigjarige Oorlog heb ik meer geschreven in de “International Kroon Times” nr.23 gedateerd 31 januari 2006. (Deze is op aanvraag nog steeds verkrijgbaar bij de auteur).

Groeikern Zoetermeer

De huidige gemeente Zoetermeer (nu met een Z) is ontstaan uit de samenvoeging van de gemeenten Zegwaard en Soetermeer (toen nog met een S) op 1 mei 1935. In 1962 is de gemeente aangewezen als groeikern.

Den Haag kampte met ruimtegebrek. De stad kon niet uitbreiden, omdat het ligt ingeklemd tussen de duinen in het noorden, het Westland in het zuiden en Rijswijk, Leidschendam en Voorburg in het oosten. Om aan de groeiende behoefte aan huisvesting te kunnen voldoen wordt besloten Zoetermeer aan te wijzen als groeikern. Zoetermeer moest ook zorgen voor een betere en vooral gezondere leefomgeving. Oorspronkelijk zou Zoetermeer een kleine stad met zo’n 30.000 inwoners worden.

clip_image002[19]

Het wapen van de stad Zoetermeer

clip_image002[21]

Kaart van de diverse woonwijken en de ringspoorlijn van Zoetermeer

clip_image002[23]

Een recente luchtfoto van de stad Zoetermeer

clip_image002[25]

De Dobbe met gezicht op de Markt en de nieuwe stadskern van Zoetermeer

De nieuwe stad werd ruim van opzet en kreeg veel groen. Zoetermeer kreeg ook een voor Nederland uniek openbaar vervoerssysteem, de Zoetermeer Stadslijn. Een stedelijke ringspoorlijn, met 12 stations verspreid over de stad. (Vergelijkbaar met de RER in Parijs, of de S-Bahn in Berlijn). Elke halte ligt in het hart van een woonwijk en rondom elk station liggen de wijkvoorzieningen en wijkwinkelcentra. Elke wijk zou op die manier in meer of mindere mate zelfvoorzienend zijn. De Zoetermeer Stadslijn is in 2006-2007 in het kader van het lightrailproject RandstadRail omgebouwd tot sneltramlijn.

Een probleem in de jonge stad was de werkgelegenheid. Veel inwoners hadden (en hebben nog steeds) hun werk in Den Haag. Om meer werkgelenheid te creeën wordt het ministerie van O.C.&W. verplaatst van Den Haag naar Zoetermeer. Het gebouw langs de Europaweg was jarenlang het grootste gebouw qua vloeroppervlakte van Europa en bood onderdak aan 15.000 werkplekken.

In de eerste nieuwbouwwijken Driemanspolder, Palenstein en Meerzicht verrezen veel galerijflats. Deze ruime, goedkope flats, met veel kamers en gelegen tussen het groen moesten vooral gezinnen trekken naar de nog jonge stad. In andere delen van deze wijken kwamen vooral eengezinswoningen, laagbouw woningen met een eigen tuin. Voor veel mensen uit Den Haag destijds nog een ongekende luxe.

Er begon toen een periode van stormachtige groei. In 1962 was Zoetermeer nog een landelijke gemeente met niet meer dan ca. 10.000 inwoners. In 1991 werd reeds het aantal van 100.000 bereikt. Men spreekt tegenwoordig dan ook van een stad en niet meer van een dorp.

De behoefte naar nieuwe woningen bleef groot. Vooral de laagbouw en eengezinswoningen bleken populair. In rap tempo werden de wijken Seghwaert en Buytenwegh-De Leyens uit de grond gestampt. Deze beide wijken kenmerken zich door het vele groen. Hoogbouw is in deze wijken niet te vinden. Volgens de oorspronkelijke plannen zou de stad nu niet verder groeien, maar in 1985 wordt de eerste paal geslagen voor de nieuwe wijk Noordhove, een kleine laagbouwwijk aan de oever van de Zoetermeerse Plas.

Terwijl de nieuwbouwwijken in hoog tempo uit de grond worden gestampt, ontbreekt er nog één ding aan Zoetermeer; Een echt stadscentrum. In 1985 wordt begonnen met de bouw van het Stadshart, dat het nieuwe winkelhart van de stad zal worden. Het krijgt een unieke opzet; Magazijns, parkeren en een station op de begane grond, de winkelstraat op de eerste verdieping en boven de winkels woningen en kantoren. Zo moest een compacte en autovrije winkelstraat ontstaan, die zowel per auto als openbaar vervoer goed te bereiken is. De woningen moeten ervoor zorgen dat de winkelstraat ook na sluitingstijd levendig blijft. Het Stadshart is in fases gebouwd. Fase 1; Westwaarts. Fase 2; Promenade. Fase 3 Passage, Noordwaarts, Zuidwaarts en Oostwaarts, Fase 4 Warande. In 2006 is de nieuwse uitbreiding van het Stadshart gereed gekomen, Spazio Shopping Space, en eind 2007 start de 6e en laatste uitbreiding, Cadenza.

Als in 1990 de grootste bouwspurt in Noordhove al weer voorbij is, start aan de zuidzijde van de A12 de bouw van Zoetermeers jongste en tot dan toe grootste wijk: Rokkeveen. De wijk moest gevarieërder worden dan de oudere wijken, waar al snel sociaal economische problemen ontstonden door het gebrek aan diversiteit. Om de stad Zoetermeer op de wereldkaart te zetten én om Rokkeveen een goede groenstructuur te kunnen geven, wordt in 1992 de land- en tuinbouwtentoonstelling Floriade in Zoetermeer gehouden. De parken en het Balijbos in het westelijke deel van Rokkeveen zijn hier overblijfselen van.

In 2000 wordt besloten Noordhove verder uit te breiden. De weilanden en boomgaarden richting Benthuizen maken plaats voor woningen. Noordhove fase twee is veel gevarieërder qua opzet in vergelijking met de monotome bebouwing van Noordhove fase één. Er is veel ruimte voor koopwoningen in het duurste segment en vrije kavels.

Nagenoeg tegelijk met Noordhove II start ook de bouw van Oosterheem. Als deze wijk af is, zal het met 30.000 inwoners en 8.500 woningen de grootste wijk van Zoetermeer zijn. De bouw is momenteel halverwege en zal naar verwachting rond 2010 klaar zijn. De wijk heeft ook een eigen aansluiting met 3 stations gekregen op de RandstadRail, het nieuwe OV-netwerk dat de verouderde Zoetermeer Stadslijn heeft vervangen.

Toekomst

Zoetermeer zit met de komst van Oosterheem aan zijn gemeentegrenzen. De polders in het noorden behoren tot het Groene Hart en mogen niet bebouwd worden. Daarom zal uitbreiding van de stad vooral binnen de stad zelf gezocht moeten worden. Vooral rond de hoofdwegen en het Stadshart zijn nog lege kavels te vinden. Ook wordt het overkluizen (overbouwen) van de Europawegtunnel en de A12 onderzocht.

De grootste opgave ligt na 2010 bij het herontwikkelen van de oude stadswijken. Palenstein, slechts 40 jaar oud, is de eerste wijk waar grootschalig gesloopt zal worden. Hoogbouw maakt deels plaats voor laagbouw en een betere balans tussen sociale huur en duurdere woningen. Dat Zoetermeer een volwassen stad is geworden blijkt wel uit deze grootstedelijke problemen die inmiddels ook in Zoetermeer zijn te vinden.

In Zoetermeer wonen in het jaar 2010 naar schatting rond de 130.000 inwoners.

Zoetermeer zou graag ten zuiden van Rokkeveen nog een nieuwe woonwijk op het grondgebeid van Bleiswijk willen bouwen. Er is in de plannen voor de Zuidplaspolder rekening gehouden met een verdere groei van Zoetermeer naar het zuiden. Deze plannen zijn redelijk extreem en vergen een grote inspanning en investering. Vooral de gemeente Lansingerland ziet de uitbreidingsplannen van Zoetermeer als een bezwaar en wil in het gebied kassen bouwen.

clip_image002[17]

Stadsmuseum van Zoetermeer in de Dorpsstraat nr.7

Belangstellende lezers die meer over rijke verleden van Zoetermeer willen weten kunnen de website www.oudsoetermeer.nl raadplegen.

Het Historisch Genootschap Oud Soetermeer (Dorpsstraat 7 – 2712 AB Zoetermeer) geeft behalve boeken en tijdschriften ook een interessante CD-Rom uit : “De geschiedenis op straat – een digitale ontdekkingstocht langs de Zoetermeerse cultuurhistorie.”

Een blik in het verleden kan men ook werpen door een bezoek te brengen aan het Stadsmuseum gevestigd in ‘t Oude Huys.

 

 

 

Auteur: Hans Arie Kroon. Oorspronkelijk verschenen in de International Kroon Times nr42. U kunt contact opnemen met Hans Arie Kroon door te mailen naar hanskroon@alphen.com.