De Nederlands Hervormde Kerk van Alphen (1624-1916)

Bij de grote brand van Alphen van 1619 was niet alleen de Oude Kerk, die aan Sint Bonifacius gewijd was, verloren gegaan. Ook de huizen van nogal wat dorpelingen waren in de as gelegd. Nieuwe huisvesting voor de inwoners was dus urgent. De eredienst kon provisorisch nog in de ruïne plaatsvinden. Het is daarom niet verwonderlijk dat het enige tijd duurde voordat de herbouw van de kerk ter hand werd genomen.

image

Gravure van De Oude Kerk die in 1619 door brand verwoest werd

Bijna drie jaar na de brand werd op 2 maart 1622 de herbouw van de kerk aanbesteed en twee jaar later was het vernieuwde gebouw zo goed als gereed. Door onenigheid met de leidekker, duurde de voltooiing nog tot 1624 toen het kerkgebouw van een leien dak was voorzien.

Uiteraard maakte men bij de herbouw gebruik van de basis van de Oude Kerk: het koor, schip en dwarsschip. Het schip werd verlengd door de plaats van de toren te benutten en ten westen van het dwarsschip kwamen twee zijbeuken. De dakruiter op de kruising van schip en dwarsschip werd aanmerkelijk vergroot voor een degelijke luidklok (die echter in 1836 door ondeskundig handelen barstte en vervangen moest worden). De afmetingen van de nieuwe kerk waren: lengte 45 meter, breedte 19 meter. Het koor was 17 meter lang en 9,50 meter breed. Het middenschip had een houten tongewelf en was aan beide kanten gescheiden van de zijbeuken door vier pilaren. De ingang tot de kerk was aan de westzijde waar in 1660 het Kanaal achter Alphen aangelegd werd, maar de zij-ingangen aan beide zijden ten westen van het dwarsschip werden het meest benut.

De herinnering aan de vreselijke dorpsbrand was nog lang niet vergaan, toen in 1716 een herhaling dreigde! Bij deze dorpsbrand, die in grutterij Braat begon en 25 huizen in de as legde, werd de kerk gelukkig gespaard. De school, de pastorie en de kosterswoning met daarin het avondmaalsgerei werden weer een prooi van het vuur. In 1760 respectievelijk 1771 en 1780 werd het dak aan de binnen- respectievelijk aan de buitenzijde vernieuwd. Een ongewenste vernieuwing was nodig door het gebruik dat passerende Pruisische troepen van het gebouw hadden gemaakt. Zij gebruikten de kerk als paardenstal. In 1852 kreeg de kerk een nieuwe hoofdingang aan de meest logische kant voor de Alphense situatie: aan de Dorpsstraat. De sacrale betekenis van het koor werd nu definitief overboord gegooid door voor het rondlopende koor een ‘gotische’ rechte gevel met hoge pinakels te bouwen. De zoon van president-kerkvoogd Varossieau legde de eerste steen voor dit ontwerp van architect Th. Molkenboer.

En toen kwam die vrijdag 7 april 1916 -en men zou altijd wijzen op die omkering van cijfers- toen de vreselijke brand van 1619 zich herhaalde: de ‘krullenjongen’ van loodgieter Baarslag zou een reparatie aan het dak uitvoeren en een uur later was de kerk in vlammen opgegaan. Slechts een koperen gedenkbord en een koperen lezenaar werden door koster Göbel gered. Het rijkversierde orgelfront met grote beelden en de fraaie kansel met gebeeldhouwde karyatiden (vrouwenbusten) die in de Victoriaanse tijd omkuipt waren, vergingen tot as en een vijftiental cultuurhistorische grafzerken die veelal onder de banken of houten vloeren verborgen waren, werden bij de vlotte sloop van de ruïne vernietigd. Het Avondmaalszilver uit 1722 en later werd buiten de kerk bewaard en bleef zo behouden voor het nageslacht.

De afbraak van de restanten van de kerk werd nog in 1916 voltooid, de stenen werden zorgvuldig afgebikt en opgetast. Wie de foto’s ziet, vraagt zich overigens af waarom herbouw niet mogelijk/gewenst was. In 1917 lag het terrein van het Godshuis – wellicht voor het eerst na duizend jaar – woest en ledig.

image

Gravure door S.Bleyswyck van de Nieuwe Kerk uit 1714

image

De oostgevel van de N.H.kerk na de verbouwing van 1852

image

Het middenschip van de kerk in pracht en praal voor de brand

image

Het middenschip met het prachtige orgel voor de brand

image

De verbijsterde Alphense toeschouwers van de brand op 7 april 1916

image

Dit was alles wat er na de brand van de kerk overeind bleef staan

image

Het interieur van de kerk na de brand.

Bronnen van dit artikel:

  • De gravures van de Oude en Nieuwe kerk door S.Bleyswyck zijn uit Petrus Plemper’s boek: "Beschrijving van de Heerlykheid en het Dorp Alphen aan den Rijn" gepubliceerd in 1714 te Leiden bij Hendrik van Damme, boekverkopers in de Pieter Choorsteeg.
  • Streekarchief Rijnlands Midden en het Ambachtsarchief Oudshoorn, Stukken betreffende de bouw van de kerk van Alphen.
  • H.J. Habermehl, "De Adventskerk te Alphen aan den Rijn" – Alphen aan den Rijn 1987.
  • H.J. Habermehl, "De Alphense kerk" in: Xander Luttik en Frits de Wilde. In: "Op pad langs Rijnlandse dorpskerken" – Alphen aan den Rijn 1990

© Hans Arie Kroon, Parijs – 24 februari 2007.

hanskroon@alphen.com