Herinneringen aan de Hoorn: Buitenplaatsen
Herinneringen aan de Hoorn |
||
< Inleiding |
Buitenplaatsen |
Buitenplaatsen
De welvaart in de 17e en de 18e eeuw, onder andere door toedoen van de Oost-Indische Compagnie, was er de oorzaak van dat velen, behalve een woning in de stad, ook een woning op het platteland hadden. In de eerste tijd een boerenhofstede. Bij toename van de welvaart ging men bij de boerderij ook een fraai buitenhuis bouwen, omringd door een fraai park en het geheel gescheiden van de grote weg door een kunstig gesmeed ijzeren hek, met aan de waterkant een koepel.
Naast de Vecht en de Amstel mocht ook de Oude Rijn zich verheugen in tal van buitenplaatsen. In Alphen telde men er destijds ruim 40, waarvan er 9 in de Hoorn lagen: "Rust en Werk", "Amstelstein", "Klein Raadwijk", "Zorglust", "Hoogerwal", "Langerode", "De Goekoop", "Zwanendrift"” en nog een buitenplaats waarvan de naam onbekend is. Over de bekendste buitenplaatsen wil ik in het kort wat meer vertellen.
"Rust en Werk"
Rond 1755 was deze buitenplaats (het huidige Avifauna) in het bezit van de heer Ter Borgh (of Terburgh). In 1775 werd de buitenplaats verkocht. Bij "Rust en Werk" hoorden onder andere ook een pannenbakkerij en een steenbakkerij. In 1794 hoorden ook 20 huizen bij de buitenplaats. De buitenplaats was toen een laag wit gepleisterd gebouw. Over de weg bevond zich een moestuin, met een koepel aan de Rijn, Op de plaats van de koepel is later een huis gebouwd dat in de Tweede Wereldoorlog is gebombardeerd. Het huis is herbouwd en ondermeer bewoond geweest door burgemeester Bruins Slot, die het de toepasselijke naam "’t Slot" gaf. De moestuin heeft plaats moeten maken voor een grasveld.
De Buitenplaats is in het eind van de 19e eeuw vervangen door een nieuw gebouw, dat de naam "Rhein-heim" kreeg. Een van de laatste bewoners was de heer Withof Keus. die het de naam "Huis ten Rhijn" gaf. Na de heer "Keus" (in het spraakgebruik werd Withof meestal weggelaten) kwam de buitenplaats in het bezit van de heer Van der Brink, die er in 1949 een vogelpark van maakte. Ik kan me nog wel herinneren dat ik in het park gewandeld heb, voordat het een vogelpark werd. Het huis is nu het welbekende wegrestaurant van Avifauna.
"Amstelstein"
"Amstelstein" lag tegenover de voormalige scheepswerf van Kempers. Het was in 1724 eigendom van Abr.Vermeulen en 28 morgen en 300 roeden groot. In 1744 was de eigenaar mr. Jan Ploos van Amstel die vermoedelijk de naam aan het landgoed heeft gegeven. Hij overleed in 1770 en zijn vrouw in 1793. De eigenaar werd toen Cor Spruyt Gzn. De grootvader van notaris Spruyt. De hekposten met daarop de naam "Amstelstein" hebben nog lange tijd aan de weg gestaan. Bij de laatste wegverbreding zijn ze verdwenen. In 1971 is de boerenwoning, waar onder meer de familie Van Velzen op heeft gewoond afgebroken.
"Klein Raadwijk"
Wat ondermeer het woonhuis van Hans Uljee en de familie Straathof is geweest, was vroeger de buitenplaats "Klein-Raadwijk". Meestal wordt het alleen maar "Raadwijk" genoemd. Rond 1840 is het herenhuis gebouwd en omstreeks 1860 woonde pannenfabrikant Van Leeuwen er. Het huis heeft veel leeg gestaan.
In de mobilisatietijd is het bekend geworden doordat daar het hoofdkwartier van een detachement vestingartillerie was gehuisvest (le compagnie, 1e batiljon, 3e regiment). Het huis had vroeger een ruim uitzicht op de Rijn. Buitendijks was een grasveld met een koepeltje. Het verhaal gaat dat de koepel door een onderaardse gangverbonden was met het huis.
Voordat Uljee het huis betrok was het in gebruik als boerenwoning. Het laatst boerde er de landbouwer Straathof en daarvoor de landbouwer Streng. Naast het huis bevindt zich het koetshuis, dat dateert uit het begin van de 19e eeuw. Er zijn ook nog twee stallen die gebouwd zijn in de 18e eeuw.
"Hoogerwal"
"Hoogerwal" lag vlak ten oosten van de buitenplaats "Langerode". In 1712 en ook nog in 1724 was Joost van Heemskerck, burgemeester van Leiden en lid van de Staten Generaal, eigenaar van dit goed, In 1732 was de heer Nicolaas Tonis de eigenaar. Hij heeft er 30 jaar gewoond. De buitenplaats bestond toen uit een herenhuis, tuinmanshuis, paardenstal en ook was er een koepel aan de Rijn.
In 1780 was het goed in handen van Joh. van Bergen van der Grijp. Hij was als onderkoopman in dienst van de V.O.C. op het eiland "Onrust" geweest en veranderde daarom "Hoogerwal" in "Rust van Onrust”". Mogelijk is in het laatst van de 18e eeuw de buitenplaats gesloopt en hebben de gronden een agrarische functie gekregen.
Van de boerderij die er het laatst heeft gestaan, werd de eerste steen in 1902 gelegd door de eigenaar G.C. Baron Snouckaert van Schauburg. De laatste pachters waren de gebroeders Kempen. In 1975 is de boerderij afgebroken.
De Boerderij van de gebroeders Kempen.
"Langerode"
Deze buitenplaats, een der fraaiste van Alphen, lag vlak tegenover de scheiding van Oudshoorn en Koudekerk. In 1541 stond hier al een boerderij die met de gronden behoorde aan "het monickencloester tot Leiderdorp met die kerck te Hogelande ende meer andere eygenaars, bruyckker: Louris Hendrickszo." "Langerode" wordt in 1663 verkocht aan Jan en Adriaan le Pla te Leiden, die hier waarschijnlijk een buitenplaats hebben gebouwd, waarvan ons een afbeelding uit het jaar 1714 is bewaard gebleven.
De buitenplaats heeft verschillende eigenaars gehad. Zo was in 1780 Willem Rijnsburger eigenaar. Hij was een grootgrondbezitter, die zeker wel 1/5 deel van de gemeente Alphen zijn eigendom mocht noemen. Hij overleed in 1796 en zijn weduwe Marrigje Samson bracht vele van deze goederen over in het bezit van haar tweede man: Cornelis Spruyt.
De buitenplaats werd afgebroken en op dezelfde plaats kwam een boerderij die de naam "Langerode" bleef dragen en het eigendom was van de heer Dolk in Den Haag. De boerderij is het laatst bewoond geweest door de familie Oskam.In het begin van de jaren vijftig moest de hoeve wijken voor een afdeling van de Genie. In 1995 werd op die plek een gevangenis gebouwd.
De boerderij van Oskam
"Zwanendrift"
"Zwanendrift" was ook een van de talrijke buitenplaatsen, die eens de oevers van de Oude Rijn sierden. Vermoedelijk heeft op de plaats "Zwanendrift" oorspronkelijk het "Huis te Leeuwen", het stamhuis van de familie Van Leeuwen, gestaan. Wanneer het stamhuis in de Hoorn verdween is niet bekend, maar tot nu toe vinden wij als oudste vermelding van het op deze plaats verrezen Zwanendrift, een verkoop te Leiden op 6 februari 1700. Eigenaar wordt dan Adriana van Leeuwen, gehuwd met Bartholomeus Bosch.
In 1760 is het (nog) in bezit van haar zoon Mr. Jan Barth Bosch en het bezit wordt dan als volgt beschreven: "Heerenhuizinge, tuinmanshuismanswoning met deszelfs Barg, schuur en verdere getimmerten, bepooting en beplanting, mitsgaders 37 morgen 300 roeden zoo wei- als hooiland, van ouds genaamd "Swanendrift", gelegen in den Alpherhoorn, strekkende uit den Rijn over den Hoogen Rijndijk tot aan de Burgoog".
In 1813 worden een drietal Leidse grondspeculanten eigenaar van de buitenplaats, die het niet om het behoud van deze buitenplaats was te doen. Zwanendrift was toen nog in volle glorie, maar werd meer en meer versplinterd. Op een gedeelte van de grond werd de dakpannenfabriek Johan van Leeuwen gebouwd, met daarbij een aantal arbeidershuisjes. In de gevel van een van de huisjes kwam een gevelsteen met de naam "Zwanendrift". Met de afbraak van de huisjes verdween ook de laatste herinnering aan Zwanendrift.
Van al die glorie uit de 17e en 18e eeuw is niet veel meer terug te vinden. De enige herinneringen zijn nog het wegrestaurant van Avifauna met gedeelten van het park en de buitenplaats "Raadwijk". Verder is alles verdwenen.
Dit artikel maakt onderdeel uit van een serie artikelen met de herinneringen van Fred Baerveldt aan de Hoorn.
Inhoud
- Inleiding
- Buitenplaatsen
- De Hoornse Gemeenschap
- Onderwijs
- Boerderijen
- Overvaren
- Buurten
- Winkels
- Bedrijven
- Industrie
- Slot